Waterschap draait zelf op voor opruimkosten na brand bij bedrijf in Marum
Waterschap Noorderzijlvest moet zelf de kosten dragen voor het opruimen van verontreiniging in een sloot na de grote brand bij Swieringa Kunststof BV in Marum. Dat heeft de Raad van State bepaald in een einduitspraak.
Het waterschap had het plasticbedrijf eerder een rekening gestuurd van bijna 471.000 euro voor de schoonmaakkosten. Swieringa vocht die beslissing aan bij de bestuursrechter, die de rekening vernietigde. Volgens de rechter viel het bedrijf niets te verwijten, omdat het geen schuld had aan de brand die op 9 maart 2020 woedde aan de Factorij in Marum.
Ook na uitgebreid strafrechtelijk onderzoek is de oorzaak van de brand nooit vastgesteld. Noorderzijlvest ging tegen de eerdere uitspraak in hoger beroep, maar ving ook bij de Raad van State bot. De hoogste bestuursrechter sluit zich volledig aan bij het oordeel van de lagere rechter.
Volgens de Raad van State kan Swieringa op grond van de Waterwet niet als overtreder worden aangemerkt. Er was geen sprake van een reguliere lozing, maar van een calamiteit. Dat het gesmolten plastic als een lavastroom in de sloot terechtkwam, maakt dat oordeel volgens de rechter niet anders.
